Armoede

Aan de vooravond van de Franse Revolutie heerste er grote armoede, zowel in de steden als op het platteland. Toch is het niet zo dat de 18e eeuw groter ellende kende dan de 17e of 16e eeuw. Tijdgenoten als La Bruyère en Arthur Young oordeelden vaak op geheel verschillende wijze over de toestand van Frankrijk. Verwonderlijk is het evenmin dat velen tot het oordeel kwamen dat vooral de kleine keuterboeren een erbarmelijk bestaan kenden. De variatie in grondbezit en rechten en plichten van de boeren was enorm groot, zodat makkelijk een vertekend beeld kan ontstaan over de rijkdom en armoede van de Franse bevolking.

Arbeidersgezin, 1775 geschilderd door Etienne Aubry
Van de 26 miljoen Fransen in 1789 woonden er 20 miljoen op het platteland. Ongeveer 2 miljoen mensen werkten in de stad, maar Parijs was eigenlijk de enige echte grote stad met zo'n 500.000 inwoners. Stadjes als Lyon, Marseille en Bordeaux waren aanzienlijk kleiner. In vergelijking met andere landen, zoals Engeland, was Frankrijk een tamelijk dicht bevolkt land. Frankrijk telde driemaal zoveel inwoners als Engeland. 


terug