Lafayette

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Marie Joseph Paul Yves Roch Gilbert du Motier, markies de Lafayette, bezat een edele stamboom, even lang als zijn naam, en toch was hij het idool van het Franse volk wegens zijn liberale beginselen. Op negentienjarige leeftijd had hij tegen de wil van de koning zijn vaderland verlaten om zijn diensten aan te bieden aan de Amerikaanse rebellen in hun strijd om de vrijheid. Hij vond de roem die hij zocht onder het commando van George Washington, die zijn vriend en en voorbeeld werd.
Onder Washingtons invloed werd Lafayette bekeerd tot de democratische denkbeelden van de Amerikaanse opstandelingen. Terug in Frankrijk werd hij een van de eerste voorvechters van de revolutie. In de vergadering van de notabelen eiste hij herstel van de

  Staten-Generaal; hij ontwierp de Verklaring van de rechten van de Mens en Burger en werkte intensief mee aan het tot stand komen van de Constitutie.Toch was er iets kouds en onwerkelijks in zijn liberalisme. Het was een ideaal, geen levenswet, meer theorie dan praktijk. Ofschoon zijn populariteit bij het volk hem de machtigste man in Frankrijk maakte, beantwoordde hij hun bewondering met wantrouwen. Buiten de Assemblee ging hij niet om met zijn collega's van de Derde Stand, maar wel met de adel. Deze houding frustreerde hen die zijn vrienden en medewerkers behoorden te zijn.
Vleierij en verheerlijking in Amerika en Frankrijk hadden hem een hogere dunk van zichzelf gegeven dan met zijn talenten overeenkwam. Na de oktoberdagen vergat hij dat zijn mannen hem gedwongen hadden naar Versailles te trekken, maar hij beschouwde zich als de redder van koning en vaderland.
Zijn idealen verdwenen achter eerzucht door een visie op Frankrijk, bestuurd door een koning onder een liberale constitutie, met Lafayette als de werkelijke macht achter de schermen. Hij begon iedereen te wantrouwen en werd aanmatigend genoeg om de koning en koningin te kapittelen over hun tekortkomingen. Ten slotte en tot zijn eigen ongeluk gaf hij niets meer om wat anderen dachten en werd wet voor zichzelf.

Uit: Dow, David, L. De Franse Revolutie. Den Haag, z.j., p. 49

terug