Brief 37. Usbek aan Ibben, te Smyrna. De koning van Frankrijk is oud. Wij hebben in
onze geschiedenis geen enkel voorbeeld van een monarch die zo lang geregeerd heeft. Men
zegt dat hij in zeer hoge graad de gave bezit, zich te doen gehoorzamen: hij regeert zijn
familie, zijn hof en zijn staat met hetzelfde talent. Men heeft hem vaak horen zeggen dat
van alle regeringen ter wereld, die van de Turken of die van onze doorluchtige sultan hem
het best zou bevallen, zoveel heeft hij op met de oosterse politiek. Ik heb zijn karakter
bestudeerd en er tegenstellingen in gevonden die ik onmogelijk kan oplossen. Bijvoorbeeld:
hij heeft een minister die slechts achttien jaar en een maîtresse die tachtig is; hij
houdt van zijn godsdienst en hij kan diegenen niet uitstaan die zeggen dat die godsdienst
streng in acht genomen moet worden; hoewel hij het rumoer der steden ontvlucht en niet zeer
spraakzaam is, ziet men er hem van de morgen tot de avond slechts mee bezig, van zich te
doen spreken; hij houdt van trofeeën en zegepralen, maar hij vreest evenzeer, een goede
generaal aan het hoofd van zijn troepen te zien, als hij reden zou hebben, hem aan het
hoofd van een vijandelijk leger te vrezen.
Parijs, de 7e der maan van Maharram, 1713
|