Revolutionaire veranderingen...

Tussen de zomer van 1790 en de lente van 1791 leek de revolutie in rustiger water te verkeren. Gematigden zoals Bailly en Lafayette mochten de illusie koesteren dat zij de dienst uit maakten. Maar schijn bedriegt.
De Municipalité de Paris werd omgevormd tot een nieuw geheel dat de Commune werd genoemd. Iemand als Danton of andere leden van de Club des Cordeliers waren hierin niet vertegenwoordigd.
De Commune deelde Parijs in 48 Secties in. Deze secties kregen na verloop van tijd een eigen Revolutionair Comité, zijn eigen officieus legertje en zijn eigen systeem van waakzaamheid over het leven van zijn inwoners.
Als deze Secties uit elkaar zouden zijn gehouden en niet gezamenlijk konden optreden dan zouden zij amper een bedreiging hebben kunnen vormen voor de regering. Maar als zij als een eenheid zouden kunnen optreden, dan moest men hen zeer serieus nemen.

De Club des Jacobins smeedde de eenheid tussen deze secties. Niet alleen in Parijs maar ook elders hadden de Jakobijnen met hun afdelingen de kans gekregen én gegrepen om revolutionaire comités op te richten waar zij de leiding in hadden. In Parijs berustte de leiding van de Secties voor het merendeel bij ongeletterde en onwetende kornuiten die allen lid waren van de Club des Jacobins en allen hun orders ontvingen van de leiders van de club.

De Jakobijnen hadden met deze combinatie een machtig instrument ter beschikking om waar dat noodzakelijk werd geacht geweld te gebruiken. Zo werden zij de officieuze machthebbers van Frankrijk.

Dit is te meer van belang omdat de Assemblée Législative verdeeld was in leden en niet-leden van de Club des Jacobins. Toen de Commune met een nieuwe indeling van Parijs kwam, werd het oude district van de Cordeliers opgenomen in de Section du Théâtre Français. Vandaar dat de voormalige leden van het district des Cordeliers zich organiseerden in een eigen club: de Club des Cordeliers. De tegenstelling met de Club des Jacobins kwam pas aan het licht toen het bestuur in handen kwam van leden van de club die vijandig stonden tegenover Robespierre, op het moment dat Robespierre de leiding had van de Club des Jacobins.

Terzijde zij opgemerkt dat de instituties van de revolutie - of het nu gaat om de Club des Jacobins, of de Club des Cordeliers, of om de Commune etc. - steeds naar samenstelling en politieke koers aan heftige veranderingen onderhevig waren.

De Jacobijnse opvattingen ten tijde van de Terreur stonden lijnrecht tegenover die uit de begin dagen van de revolutie, waarin ook mensen als Vicomte de Noailles en de Duc de Biron zich tot de Jaocbijnen rekenden en zelfs de voorzittersstoel bekleedden. Het is dan ook niet verwonderlijk de dat de Club des Cordeliers eertijds gesticht door Danton verwerd tot een van de bitterste vijanden van dezelfde Danton. Hetzelfde kan gezegde worden over de Commune: in het begin onder aanvoering van Bailly en Lafayette, overgenomen door Danton om uiteindelijk in handen van Robespierre te geraken.


terug