Markies de la Tour du Pin over de opening van de Staten Generaal, 1789
De koning droeg op zijn kleding de blauwe ridderorden en de gezamenlijke prinsen
droegen hetzelfde, alleen was de kleding van de koning nog veel rijker versierd en met
diamanten overladen. Maar de gestalte van deze goede vorst miste elke waardigheid. Hij
hield zich slecht en had een waggelende loop. Zijn bewegingen waren ruw en niet gracieus,
en zijn zeer kortzichtige ogen hadden tot gevolg dat hij gekke gezichten trok, omdat het
in die tijd nog niet in de mode was om een bril te dragen. Zijn toespraak, die zeer kort
gehouden was, werd op een tamelijk energieke toon voorgedragen.
De koningin onderscheidde zich door een grote waardigheid; maar de bijna krampachtige
bewegingen van haar waaier verraadde haar grote mate van opwinding. Zij liet vaak haar
blik naar die kant van de zaal dwalen waar de Derde
Stand plaats genomen had, en het leek
alsof zij een gezicht probeerde te herkennen onder die talrijke mannen van wie zij er al
zo velen tot haar vijanden kon rekenen.
Enkele minuten na het binnenkomen van de koning heeft zich een voorval voorgedaan, dat ik
zowel als alle anderen die aanwezig waren met eigen ogen gezien heb, maar waarvan ik mij
niet herinner het in enig andere voorstelling van deze gedenkwaardige zitting gelezen te
hebben. Iedereen weet, dat Markies de Mirabeau door de Derde Stand gekozen is, omdat het
hem niet mocht gelukken in de adelsvergadering van de provincie opgenomen te worden
vanwege de werkelijk angstaanjagende faam die hij terecht heeft verworven. Hij trad alleen
de zaal binnen en was van plan plaatste nemen in het midden van de rij banken zonder
rugleuning, die achter elkaar opgesteld stonden. Een heel zacht, maar algemeen morren werd
hoorbaar. De afgevaardigden, die al een rij voor hem hadden plaats genomen, gingen nog een
rij naar voren; de anderen die achter hem zaten gingen nog een rij naar achter; diegenen
die zich aan beide kanten bevonden, gingen uit elkaar zodat hij alleen bleef midden in een
zeer opmerkelijke leegte. Een lachje van verachting gleed over zijn gezicht en hij ging
zitten.
 |