Opstand van de ‘Menaden’ . . . (Carlyle)

«Plechtstatige optochten heeft onze wereld niet weinige gezien. Romeinse triomfen, konings-optochten, Ierse begrafenissen - maar deze van de Franse monarchie, welke naar haar graf trekt, bleef nog over te zien. Mijlen is hij lang, van een breedte die zich in het onmetelijke verliest, want al het omliggende land stroomt samen om te kijken. Langzaam beweegt hij zich voort, nu en dan stilstaand als een meer zonder oevers, maar met een geraas als van de Niagara, van een Babel, van een wereld-dolhuis. Klotsend en daverend, met hoera-kreet en donderend gevloek, bij musketgeknal -een waar brok van de chaos in deze late tijd. Tenslotte stort het zich, bij de invallende duisternis, in het afwachtende Parijs, door een dubbele mensenhaag langs de hele weg van Passy tot aan het Stadhuis.

Verbeeldt u zich die optocht! Een voorhoede van nationale gardes, met artillerietreinen; mannen en vrouwen met pieken gewapend, op kanonnen, karren en in huurrijtuigen gezeten, of te voet in een dansende beweging, met driekleurige linten van het hoofd tot aan de voeten versierd, broden op de punt van de bajonetten en groene takken in de tromp der geweren gestoken. Vervolgens de hoofdoptocht: vijftig karren geladen met koren dat, om des vredes wil, van de voorraad van Versailles geleend is. Achter deze volgen enkele lijfgardes, geheel verdeemoedigd, met grenadiersmutsen op. Dicht achter deze komt het koninklijke rijtuig, komen andere koninklijke rijtuigen, want er is ook een honderdtal nationale afgevaardigden bij, en onder deze Mirabeau wiens opmerkingen niet bekend zijn. Eindelijk, als achterhoede, door elkaar, het regiment van Vlaanderen, Zwitsers, andere lijfgardes, brigands, en alles wat zich naar voren heeft kunnen dringen. Tussen en onder al deze massa's stroomt de talloze menigte van Saint-Antoine en de zwerm van Menaden.»

uit: Janssen Perio, E.M., Vrijheid, gelijkheid en de broederschap van Kaïn en Abel. Getuigenissen en documenten over de Franse Revolutie. Baarn, 1989, p. 75-76


terug