Rede van 26 september 1789, waarin Mirabeau er op aandringt de belasting-wetsvoorstellen van Necker aan te nemen.

Twee eeuwen van uitbuiting en knevelarij hebben den maalstroom uitgediept, die het rijk dreigt te verzwelgen; en deze ontzaglijke draaikolk meet gedempt worden. Welnu! ziehier de lijst van de bezittende klasse in Frankrijk: kiest onder de rijksten, opdat zoo weinig mogelijk burgers opgeofferd behoeven te worden, maar doet een keuze; is het niet billijk, dat een klein getal geofferd worde om de groote masse van het volk te redden ? Ja, deze twee duizend notabelen bezitten dat, waarmede het tekort gedekt kan worden; herstelt de orde in uwe financiën, dan vrede en de welvaart in den staat; slaat toe; toont geen medelijden bij het offeren dezer ongelukkigen; werpt hen in den afgrond, en hij zal zich sluiten ...

Bourgeoisgezin in de 18e eeuw

De ontzetting doet u aarzelen ... gij besluiteloozen, gij lafhartigen! Ziet gij dan niet, dat gij, door het onderschrijven van het staatsbankroet, of, wat nog verfoeilijker is, door het onvermijdelijk te maken zonder het te onderschrijven, u bevlekt met een schuld, die duizendmaal misdadiger is ? Want dit vreeselijke offer zou ten minste het deficit doen verdwijnen. Maar gelooft gij dan, dat gij, omdat gij nu niet hebt betaald, het nimmer zult behoeven te doen ? Gelooft gij dat de duizenden, de millioenen, die door de ontzettende uitbarsting of de terugwerking daarop, alles verliezen, wet hun strekte tot vertroosting in hun leven, en misschien het eenige middel om zich staande te houden, dat die millioenen u rustig zullen laten genieten van wet gij misdadig verworven hebt ? Gij, die stoicijnsch de onbegrijpelijke ellende aanschouwt, die deze catastrophe over Frankrijk zal uitstorten; gij, ongevoelige egoïsten, die denkt, dat de stuiptrekkingen van wanhoop en ellende voorbij zullen gaan gelijk zoveel] andere, en des te speller naarmate ze heviger zijn, zijt gij er wel zoo zeker van, dat zoveel menschen zonder brood u rustig zullen laten genieten van de gerechten, waarvan gij noch de hoeveelheid, noch de verfijning hebt willen verminderen ? Neen, gij zult het verliezen, en in de algemeene ontreddering, die gij niet geaarzeld hebt aan te richten, zal het verlies van uw eer niet u van de vervloekte voordeelen kunnen redden, die gij hebt behaald.

Geeft dan uw stem aan deze buitengewone financieële maatregelen; dat is voldoende! Geeft er uw stem aan, omdat, indien gij al twijfel moogt koesteren aan de deugdelijkheid van de middelen (een twijfel, die trouwens vaag moest zijn en onverklaarbaar voor u-zelven), gij niet kunt twijfelen aan de noodzakelijkheid en aan onze onmacht, om die middelen door andere te vervangen, althans voor het oogenblik. Stemt voor, omdat de omstandigheden geen enkel uitstel gedoogen en omdat wij de verantwoordelijkheid dragen voor elke vertraging. Tracht geen tijd te winnen; de ernst van den toestand last het onder geen voorwaarde toe ... Wat! Mijne heeren, bij gelegenheid van een belachelijk protest uit het Palais Royal, een bespottelijken tegenstand, die voor niemand waarde kan hebben dan voor kinderlijk-zwakke verbeeldingen of voor de verderfelijke bedoelingen van eenige personen van slecht allooi, hebt gij kort geleden de woorden hooren uitspreken: Catilina staat voor de poorten van Rome, en men verdoet zijn tijd met beraadslagen! En inmiddels waren er rondom ons noch een Catilina, noch gevaren, noch partijen, noch Rome . . . Maar nu is het bankroet nabij, het afgrijselijke bankroet; het dreigt u te verslinden, u, uw eigendommen, uw geluk. . . en gij verdoet den tijd met praten!

Copyright ©2001 M. Kropman. Alle rechten voorbehouden.
Laatst bijgewerkt: 29 maart 2006