Van opening van de Staten Generaal naar Assemblée Nationale
Op 5 mei 1789 opende Lodewijk XVI op plechtige wijze de bijeenkomst van de Staten Generaal. De dag er voor waren alle leden in een
plechtige optocht ter kerke gegaan in de kathedraal van Saint-Louis. Maar nu was dan
eindelijk de dag aangebroken waarop de leden van de Derde Stand zo lang hadden moeten
wachten. Al sinds 1614 waren de Staten Generaal niet meer bijeen gekomen. Uit de
opstelling van de vertegenwoordigers van de drie standen blijkt evenwel al dadelijk dat de
Derde Stand geen genoegen zal kunnen nemen met de haar toegewezen plek: helemaal achterin
de zaal. Van de kant van de adel heeft Markies de la Tour du Pin een fraaie
beschrijving van de opening van de Staten Generaal nagelaten. Puntiger liet
Camille Desmoulins zich uit over het democratisch
gehalte van de Staten Generaal.
De eerste taak die de afgevaardigden hebben, is het controleren van de geloofsbrieven van
elke afgevaardigde. De leden van de Derde Stand weigeren van het begin af aan om per
stand te gaan vergaderen. Dat zou een aanvaarding inhouden van het ook gaan stemmen
per stand. En daar waren zij fel op tegen. dat zou zonder meer betekenen dat de Derde
Stand het zou afleggen tegen de Eerste en de Tweede Stand. Hoofdelijke stemming was voor
de afgevaardigden van de Derde Stand de enige oplossing, ook al was hun eerste eis van
verdubbeling van het aantal afgevaardigden al voor de bijeenkomst van de Staten Generaal
ingewilligd.

De vergadering op die vijfde mei verliep verder zonder veel ophef. De koning sprak wat
welwillende woorden, waarna Necker in een lange rede de toestand
van het land belichtte. De schatkist problemen bleken immens, maar over de gewenste
politieke hervormingen zei hij geen woord. Sterker nog, hij liet zijn rede door een
ambtenaar voorlezen, toen zijn stem het begaf.
De Derde Stand liet zich niet vermurven en oefende grote druk uit op de andere standen om
samen te vergaderen. De lagere geestelijkheid was als eerste bereid om zich bij de Derde
Stand te voegen. Op 17 juni had de vergadering van de
Derde stand zich inmiddels tot Assemblée Nationale uitgeroepen, tot enige en
uitsluitende vertegenwoordiging van het Franse volk.
De dag er op - 20 juni - wilde de vertegenwoordigers van het volk verder vergaderen. De
deur van de zaal was dicht, er stonden soldaten voor en in een kort briefje van markies de
Brézé werd gemeld dat de zaal gesloten was "wegens herstelwerkzaamheden" in
verband met de voorbereiding van de koninklijke zitting van drie dagen later.
De vertegenwoordigers van het volk waren even in verwarring, vervolgens boos om daarna te
besluiten een eigen vergaderzaal op te zoeken. De afgevaardigde Guillotin stelde de nabijgelegen
Kaatsbaan of Jeu de Paume voor. In opgewonden stemming trok men daar heen, alwaar de
afgevaardigden een plechtige eed zweerden.
De strekking was om niet eerder uiteen te gaan voordat men Frankrijk een grondwet had
geschonken.
Voortaan noemde men zich de Assemblée nationale Constituante ofwel de Grondwetgevende
Vergadering.
|