Op 10 augustus - een ware journée revolutionnaire -
werd de aanval op de Tuilerieën ingezet, waarbij
tienduizenden sansculotten en patriotten reageerden op het luiden van de noodklokken.
De secties van Parijs stuurden vertegenwoordigers naar het stadhuis om de oude
gemeenteraad te ontbinden. In plaats daarvan stelden zij de Commune de Paris in. Deze
nieuwe raad was langs de weg van 'de volkswil' tot stand gekomen, en zou in het
verloop van de revolutie nog een voorname rol spelen. Een van haar eerste daden was het
ontslaan van de bevelvoerders van de Nationale Garde, waarna een deel van de Nationale
Gardisten die gelegerd waren nabij de Tuilerieën om de koning te beschermen hun
posten
verlieten en zelfs zich verbroederden met de aanhangers van de Commune.
Daarbij werd ook de wijnkelder van het paleis
eens stevig onder handen genomen. De Zwitserse Garde hield verbeten stand tegen de aanvallen van de
sanculotten, maar toen deze kanonnen in stelling brachten gaven zij zich over. De menigte
nam vervolgens wraak voor de slachtoffers die onder hen gevallen waren in de strijd, door
de Zwitserse Garde voor het grootste gedeelte af te slachten.
 En
de koning en zijn familie? Die hadden een veilig heenkomen gezocht in de zaal waar de
Assemblée Nationale bijeenkwam. Dat redde wellicht op dat moment zijn leven, maar niet
zijn kroon: de Assemblée stemde er voor om hem tijdelijk uit zijn ambt te ontzetten en
zichzelf om te vormen tot een Nationale Conventie die door middel van algemeen kiesrecht
gekozen zou worden. Drie dagen later zou de koning en zijn gezin opgesloten worden in de Temple.
|