Erger dan in Turkije

Nicolas Linguet publiceerde in 1783 zijn Mémoires sur la Bastille, waar hij twee jaar van zijn leven had doorgebracht. Zijn beschrijving wekte bij de gevoelige zielen van de burgerij de indruk dat het verblijf in de Bastille onmenselijk was. Door een vergelijking te maken met de Turkse sultan, die in zijn tijd gold als hét voorbeeld van despotie, leek het wel of de sultan humaner was dan de koning van Frankrijk.

«In het moderne Contantinopel, dit schandaal van onze zogenaamde filosofie en onze schijnbare humaniteit, bestaat een burcht die enige gelijkenis vertoont met de Bastille, het zijn de ‘Zeven Torens’. Onze reizigers noemen het een staatsgevangenis; maar uit hun verslagen kan men opmaken dat het veeleer een bewaarplaats is dan een gevangenis. Men brengt er enkel de christelijke gezanten in onder van de mogendheden die met de Porte breken, en zij mogen er niet alleen zien wat zij willen mar zij worden er ook door hun eigen dienaren verzorgd. De slaven wier losgeld is vastgesteld maar nog niet uitbetaald, worden soms gedwongen er de afhandeling van de transactie af te wachten: zo lang is het voor hen een asiel en voor hun meesters een garantie. Werkeloos, goed gevoed, dikwijls bezocht, is het een voorspel van hun vrijheid en niet van de ijzers die zij moeten dragen. Maar men is nooit op het denkbeeld gekomen om in deze ‘Zeven Torens’ onschuldige mensen op te sluiten alleen om hen te laten wegkwijnen en hen nog radicaler op te sluiten dan de ellendigste misdadigers. Nooit heeft een sultan, noch een grootvizier, noch een kadi, noch een janitsaar eraan gedacht om een lettre de cachet tegen een burger van Constantinopel, Erzeroen of Saloniki uit te vaardigen, op te eisen of uit te voeren omdat hij de pluim op de hoed van de grootvizier minder schitterend heeft gevonden dan gewoonlijk... Heeft een godslasteraar de profeet beledigd, dan besnijdt men hem of men steekt hem op een paal; de wet is precies omschreven en hij heeft tenminste de keus. Als een grootvizier misbruik heeft gemaakt van zijn macht, verbant men hem, ontneemt hem zijn bezit en soms ook wurgt men hem; waarom wilde hij vizier zijn? waarom was hij hebzuchtig? Als een bakker met valse gewichten verkoopt en zo het publiek besteelt, wordt hij als een dief bestraft; de straf is prompt en soms gruwelijk, maar de misdaad en de veroordeling zijn er altijd aan voorafgegaan. Alle bewoners van dit enorme rijk, Grieken, Armeniërs, Franken, Aziaten, Europeanen, Tartaren, katholieken, sektariërs, Kopten, joden, muzelmannen enzovoort brengen hun dagen door in de meest vreedzame en gelukkige veiligheid, aangenomen dat zij de wet nakomen en het geluk hebben in de serail onbekend te blijven: zij hebben zelfs geen idee van een Bastille en van lettres de cachet

Uit: Jansen Perio, E.M., Vrijheid, gelijkheid en de broederschap van Kaïn en Abel. Getuigenissen en documenten over de Franse Revolutie. Baarn, 1989, p.61-62


terug