Prins van Oranje, graaf van Nassau was het rijkste lid van de hoge adel in de Nederlanden. Hij was de oudste zoon van de lutherse Willem, graaf van Nassau-Dillenburg en Juliana van Stolberg. Hij erfde uitgebreide landgoederen in de Nederlanden, Franche Comté, Charolais en Orange (Z. Frankrijk). Willem werd opgevoed aan het roomskatholieke hof van Karel V in Breda en Brussel.
Zijn eerste huwelijk was met Anna van Buren, een zeer rijke erfdochter uit het geslacht
Egmont. Zij overleed in maart 1558.Het tweede huwelijk met Anna van Saksen was niet erg
gelukkig. Het huwelijk werd een fiasco door haar losbandig gedrag. In 1567 vluchtte zij
van Dillenburg naar Keulen, waar zij in 1569 wegens
overspel met Jan Rubens - de vader van de schilder - werd gearresteerd. Het huwelijk met
Willem werd in 1571 ontbonden. Haar levenseinde was tragisch: zij stierf krankzinnig
in 1588.
Na dit mislukte huwelijk trouwde Willem met Charlotte de Bourbon Montpensier-Montpensier.
Zij was tot 1572 abdis van de abdij van Jouarre, waarna zij Frankrijk ontvluchtte en
overging naar het calvinisme. Het huwelijk met Willem in 1575 werd door de tegenstanders
van Willem als onwettig beschowd omdat hij nog niet officieel gescheiden was van Anna van
Saksen en Charlotte geacht werd gebonden te zijn aan haar kloostergelofte.
Willem en zij kregen zes dochters. Toen er een aanslag op het leven van de prins gepleegd
werd in 1582 heeft zij zich zo uitgeput in de verzorging van zijn wonden dat zij haar
gezondheid daarmee ondermijnde. Zij stierf in in mei 1582.
Willem hetrouwde met Louise de Coligny, de dochter van de admiraal de Coligny. Dit
huwelijk bestendigde de band met de Franse Hugenoten, waarvan haar vader de leider was
geweest.
Uit deze vier huwelijken had Willem uiteindelijk tien dochters en drie zoons gekregen. De
zoons waren Filip Willem, die door de Spanjaarden werd ontvoerd en in Madrid een
roomskatholieke opvoeding opgedrongen kreeg, Maurits en Frederik Hendrik die na de dood
van hun vader zijn werk hebben voortgezet.
In 1582 wist Willem van Oranje een eerste aanslag op zijn leven door Juan Jauréguy nog
te overleven. Deze Baskische huurling werd overgehaald om een aanslag op de prins te
plegen. De aanslag mislukte en hij werd ter plekke opgehangen. Pater Temmerman en de
boekhouder Venero aan wie Jauréguy zijn plan had verteld, werden opgepakt en wegens
medeplichtigheid terechtgesteld.
Meer succes had Balhasar Gerards. Hij zal de geschiedenis in gaan als de Judas die voor
een handvol zilverlingen zijn verraderlijke werk verrichtte voor de Spaanse koning, die een prijs op het hoofd van Willem van Ornaje had gezet.
Balthasar Gerards was een fanatieke katholiek uit de Franche Comté. Het lukte hem zich op
te dringen aan het gezelschap van de prins. Gerards deed het voorkomen dat hij Francois
Guyon heette en Hugenoot was. Hij kreeg opdracht om naar Frankrijk te gaan met de gezant
Noël de Caron, waarna hij aan Willem van Oranje het bericht van de dood van Frans van
Anjou bracht. Willem gaf Gerards geld om betere kleding te kopen. In plaats daarvan
schafte hij zich een psitool aan waarmee deze klerk Willem van Oranje met enkele schoten
in de Princenhof te Delft dodelijk wist te treffen. Willem van Oranje sterft en spreekt
volgens overlevering de woorden : 'Mon Dieu,
mon Dieu, ayez pitié de moi et de ton pauvre peuple.' Ook Balthasar Gerards werd
opgepakt en na een kort proces onder ijselijke martelingen
terechtgesteld. De familie van Gerards ontving van Filips II de beloofde beloning, o.a.
verheffing in de adelstand.
Je kan het leven van Willem van Oranje indelen in drie perioden:
1. de hoveling aan het hof van Karel V;
2. de politicus die leiding geeft aan de adel om de
poging te verijdelen die Filips ondernam om hun privileges te ondermijnen;
3. de staatsman die heldhaftig het Nederlandse volk
leidt in de Opstand tegen Spanje.
Als hoveling begon hij als 'doorsnee' lid van de hoge adel van de Nederlanden voorbereid op diplomatieke, militaire en bestuurlijke samenwerking met de hertog van Bourgondië tevens keizer Karel V. De belangrijkste taak en tegelijk bijzonder ondankbaar was het dichter bij elkaar brengen van de zeventien gewesten in een hechter eenheid om zo meer gewicht in de schaal te leggen in de internationale politiek. Toen Karel V in 1555 afstand deed van de troon, steunde hij zwaar op de schouders van de jonge Willem van Oranje. Na het aftreden van Karel V werd Willem als vanzelfsprekend lid van de Habsburgse delegatie die deelnam aan de vredesbesprekingen in Cateau Cambrésis (februari - april 1559). Het was niet meer dan natuurlijk dat onder Filips II Willem van Oranje het meest vooraanstaande lid van de Raad van State werd en teven werd benoemd tot stadhouder van Holland, Zeeland en Utrecht.
Willem trad als politicus naar voren vanaf het moment dat Filips II voorgoed de Nederlanden verliet op 20 augustus 1559. Filips II schoof de plaatselijke adel terzijde en vertrouwde het politieke beleid toe aan Granvelle, zijn vertrouweling uit de Franche Comté. Dit beleid bestond uit een combinatie van ten eerste godsdienstvervolgingen in een land dat bekend stond om zijn tolerant humansime onder katholieken en het bestaan van verschillende groepen protestanten, en ten tweede een gecentraliseerd absolutisme dat inbreuken maakte op de diepgewortelde privilieges van de adel, de gewesten en de steden. Vanaf dat moment verscheen Willem als leider van de adel die zich verzette. Samen met Egmont bedankte hij voor het lidmaatschap van de Raad van State in jul 1563 en hun vijandige opstelling leidde er toe dat uiteindelijk Granvelle in maart 1564 gedwongen was te vertrekken op voorwendsel om zijn zieke moeder te gaan bezoeken.
Filips II lokte de Opstand in de Nederlanden uit door de Hertog van Alva met een groot contingent Spaanse huurtroepen te sturen om zo de bewoners van de lage landen te dwingen tot gehoorzaamheid aan de koning en steun aan de Contra-Reformatie. Vanaf dat moment werden de kwaliteiten van WIlem van Oranje als staatsman duidelijk. De heerschappij van Alva (augustus 1567 - decemebr 1573) versterkte de aspiraties van Willem en verduidelijkte zijn eigen bedoelingen.Hij werd van leider van een kleine adelsfactie, die haar traditionele rechten verdedigde, de vader des vaderlands van de bewoners van de Lage Landen die vochten voor een breed scala aan vrijheden op religieus en politiek gebeid. Aan de ene kant trad Willem op als Prins van Oranje, die internationale erkenning genoot om te kunnen onderhandelen op voet van gelijkheid met de vorsten van Europa of om met een van hun erfdochters te kunnen trouwen. Aan de andere kant was Willem de volksheld die grote toewijding kon losmaken bij de nederigste van zijn onderdanen.